Wijzigingen per 1 juli 2015

Wijzigingen per 1 juli 2015

Het financieel toetsingskader bevat nieuwe richtlijnen. Doel van de richtlijnen is om meer financiële stabiliteit voor deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, werkgevers en ook pensioenfondsen te bieden. Samengevat komt dit neer op:

  1. Het effect van dagkoersen die van invloed zijn op de financiële positie beperken.
  2. Eventuele verlagingen van pensioenen door schokken op de financiële markten spreiden in de tijd.
  3. Aanhouden van grotere reserves zodat schokken beter kunnen worden opgevangen.
  4. Versterken van de solidariteit tussen jong en oud door indexaties ook toekomstbestendig te maken.
  5. De premie voor de nieuwe pensioenopbouw moet in ieder geval kostendekkend zijn.
  6. Risicohouding van het bestuur moet aansluiten bij de risicohouding van de deelnemers.
  1. De dekkingsgraad is geen momentopname meer die afhankelijk is van de dagkoers, maar een gemiddelde van de dekkingsgraden over de afgelopen 12 maanden. Dit noemen we in het vervolg de beleidsdekkingsgraad. Eind mei bedraagt deze beleidsdekkingsgraad ruim 112%.
  1. Een verlaging van de pensioenen is tot nu toe nog niet bij het Pensioenfonds TNO voorgekomen. Wij doen ook onze uiterste beste om dit te voorkomen, maar garanties kunnen we helaas niet bieden. Door een lage rente, een toename van de levensverwachting en/of tegenvallende beleggingsresultaten kan een tekort eventueel aan de orde zijn. Een eventuele hieruit volgende verlaging van de pensioenen zal worden gespreid en toegepast over een termijn van maximaal tien jaar, waarbij enkel het eerste jaar onherroepelijk is. Of de verlaging van de pensioenen ook in de overige jaren moet worden toegepast is afhankelijk van de financiële situatie in het volgende jaar. Door deze richtlijn worden met name pensioengerechtigden beschermd tegen een plotselinge forse verlaging van hun pensioen.
  1. De nieuwe wettelijke vereisten houden in dat pensioenfondsen hogere reserves moeten aanhouden. Het Pensioenfonds TNO beschikt nu nog niet over deze hoger gestelde reserve waardoor er sprake is van een reservetekort. Het fonds heeft daarom een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB) waarmee het fonds aantoont dat het binnen de wettelijke termijn weer kan voldoen aan de hogere vereiste financiële buffer. Dit herstelplan heeft dus geen invloed op jouw huidige pensioenuitkering.
  2. De wettelijke richtlijnen voor het toekennen van de toeslag zijn aangepast. Zo is nu wettelijk vereist dat de beleidsdekkingsgraad minimaal 110% moet zijn. Voor Pensioenfonds TNO verandert er op dit punt niets. Bij Pensioenfonds TNO is al sinds 2007 het verhogen van pensioen alleen aan de orde als de dekkingsgraad van het fonds 110% of hoger is. Daarnaast moet volgens de nieuwe wettelijke richtlijnen de toeslag in de toekomst ook betaalbaar zijn. Hiervoor heeft de overheid een toets ontwikkeld. Door deze toets wordt voorkomen dat er teveel wordt uitgedeeld aan toeslag. Op dit punt worden de (gewezen) deelnemers beschermd. Dit versterkt de solidariteit tussen jongeren en ouderen. Ook dit is voor de pensioenregeling geen wezenlijke verandering, omdat de opzet van de bestaande toeslagstaffel van het fonds al hier in voorzag.

    Dalen de prijzen? Dan wordt je pensioen niet aangepast. In zo’n situatie is de toeslag 0% en daalt je pensioen dus niet. Ook zal deze negatieve toeslag niet worden verrekend met toekomstige verhogingen. Verder is een inhaaltoeslag onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de gewijzigde pensioenregeling.

  1. De feitelijke premie voor de nieuwe pensioenopbouw moet kostendekkend zijn. In de gewijzigde systematiek voor het bepalen van de kostendekkende premie speelt de rente een belangrijke rol. Tot en met 2014 kon gebruik worden gemaakt van een methode voor de bepaling van de kostendekkende premie waarbij rekening werd gehouden met een rente van 4%. Dat is nu niet meer mogelijk. Vanaf 2016 moet rekening worden gehouden met de marktrente. En deze is momenteel lager dan 4%.De sociale partners van TNO gaan overigens nog in het najaar van 2015 met elkaar overleggen over de hoogte en stabiliteit van de feitelijke premie.
  1. De risicohouding van het bestuur moet aansluiten op de risicohouding van de deelnemers. In 2014 hebben we hiervoor een enquête gehouden onder de deelnemers en pensioengerechtigden. De uitkomst van deze enquête was min of meer een bevestiging van het bestaande beleid. Het bestaande beleggingsbeleid is nog wel uitgebreid onder de loep genomen maar dit heeft niet geleid tot grote aanpassingen. Met het bestaande beleid komt het bestuur momenteel best goed uit.