Informatie over duurzaamheid bij Pensioenfonds TNO

Informatie over duurzaamheid bij Pensioenfonds TNO

Het fonds classificeert zijn pensioenregeling als een duurzaam product dat ecologische of sociale kenmerken promoot, waarbij gedeeltelijk in duurzame producten wordt belegd. Het fonds heeft met de pensioenregeling duurzaam beleggen niet als doel, echter heeft het fonds wel de visie dat duurzaam beleggen bijdraagt aan zijn langetermijndoelstelling. Deze classificatie is onderdeel van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), wat Europese wetgeving is voorkomend uit het EU Actieplan Duurzame Financiering.

Het fonds ziet het ontwikkelen van duurzaam beleid/ESG-beleid (Environment, Social, Governance) als een iteratief proces, waarvan het uiteindelijke eindpunt nog niet is bereikt. Het fonds heeft zijn maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid vastgelegd in het ‘Meerjaren ESG-beleidsplan 2021’. Het fonds acht het van belang om naast duidelijkheid te verschaffen over wat het wel doet aan duurzaam beleid, ook duidelijk te zijn over wat het (nog) niet doet.

In dit document wordt een nadere toelichting gegeven op het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid. In dit kader worden de volgende onderdelen toegelicht:

(1) Welke duurzaamheidscriteria worden gepromoot in de pensioenregeling?
(2) Welke beleggingsstrategie wordt hierbij gevolgd?
(3) Wat is de verwachte classificatie van de beleggingsportefeuille en de pensioenregeling?(4) Overige verplichte informatieverstrekking.

  1. Welke duurzaamheidskenmerken worden gepromoot in de pensioenregeling?

Het fonds hanteert (nog) geen expliciete ESG-indicatoren of ESG-doelstellingen op het totale niveau van de pensioenregeling. Wel heeft het fonds in zijn beleggingsbeleid algemene ESG-uitgangspunten en investment beliefs gedefinieerd omtrent ESG. De investment beliefs staan op de website van het pensioenfonds en zijn onderdeel van de Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen. Zo heeft het fonds de visie dat bedrijven die zich op ESG-gebied inzetten op lange termijn een beter rendement zullen laten zien dan bedrijven die hier niet bewust mee omgaan. Op korte termijn is deze relatie niet altijd aanwezig of duidelijk waarneembaar.

  1. Welke duurzaamheidsbeleggingsstrategie wordt hierbij gevolgd?

Het fonds ziet maatschappelijk verantwoord beleggen als een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dit betekent dat in het beleggingsproces, waar praktisch mogelijk, ESG-aspecten onderdeel zijn van de besluitvorming, aanvullend op de gebruikelijke financiële factoren. ESG wordt daarom altijd in samenhang met (verwacht) rendement, risico en kosten bekeken. Deze verband is ook vastgelegd in de beleggingsovertuigingen van het fonds. Door de ESG-impact in de besluitvorming te betrekken wordt het ESG-beleid geïntegreerd in de bestuurlijke cyclus en wordt inzichtelijk gemaakt of het besluit bijdraagt aan de ESG-doelstellingen van het fonds. Dit geldt voor elke stap in het beleggingsproces.

Naast het feit dat het fonds ESG-aspecten meeweegt bij de selectie en beoordeling van beleggingscategorieen, heeft het fonds ook de volgende uitgangspunten vastgesteld waaraan de verschillende deelportefeuilles dienen te voldoen:

  • Stembeleid

Het fonds is van mening dat het uitoefenen van haar stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen bijdraagt aan het verbeteren van het risico-rendementsprofiel van de ondernemingen waarin zij investeert en ziet het uitoefenen van haar stemrecht als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het fonds ziet erop toe dat zowel het stembeleid als de uitvoering ervan door de vermogensbeheerders aan wie zij het daadwerkelijke beheer van de aandelenportefeuille heeft uitbesteed, passend zijn bij de uitgangspunten die het fonds hiervoor heeft vastgelegd. Het fonds stemt op aandeelhoudersvergaderingen van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen. Om welke bedrijven het dan gaat, en hoe het pensioenfonds heeft gestemd, wordt kenbaar gemaakt op onze website. Het voornemen is om ook te gaan stemmen op aandeelhoudersvergadering van Europese ondernemingen. Een voorwaarde is wel dat het pensioenfonds niet alleen economisch, maar ook juridisch eigenaar is van die aandelen. Dit is het geval bij separate/discretionaire aandelenmandaten. Op dit moment is er slechts een strategie die hiervoor in aanmerking komt. Binnenkort zal een analyse moet uitwijzen of dit mandaat in zijn huidige vorm blijft bestaan. Mocht dit niet het geval zijn, is de kans groot dat het recht om te stemmen verloren gaat.

  • Engagement-beleid

Engagement wordt toegepast op de beleggingscategorie aandelen en bedrijfsobligaties. Door middel van het aangaan van de dialoog (engagement) trachten pensioenfondsen positieve veranderingen te bewerkstelligen bij de bedrijven waarin het fonds belegt en ondernemingen stimuleren om maatregelen te nemen om schendingen in de toekomst te voorkomen. Het fonds vindt het belangrijk om de dialoog aan te gaan om de kans op positieve verandering te benutten.

De dialoog met individuele bedrijven is uitbesteed aan de beleggingsfondsmanagers. Het fonds ziet erop toe dat zowel het engagementbeleid als de uitvoering ervan, passend zijn bij de uitgangspunten die het fonds hiervoor heeft vastgelegd.

Pensioenfonds TNO gaat zelf ook in dialoog, maar dan met zijn vermogensbeheerders. De basis voor deze gesprekken is een ESG-rapport van de hand van onze custodian waaruit blijkt dat de fondsmanager belegt in ondernemingen die door het fonds als controversieel worden bestempeld.

  • Uitsluitingenbeleid

Het fonds hanteert een uitsluitingsbeleid waarin het, naast de wettelijk verplichte uitsluitingen, zoveel mogelijk rekening houdt met algemeen aanvaarde internationale normen, zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OECD Guidelines for Multinational Enterprises. Sustainalytics is door het fonds aangesteld om het beleggingsuniversum te screenen op ondernemingen en landen waarin het pensioenfonds niet wil beleggen.

Het fonds belegt NIET in:

  • ondernemingen die ‘controversiële wapens’ (zoals clustermunitie), of cruciale onderdelen daarvan, produceren, verkopen of distribueren overeenkomstig het Besluit marktmisbruik Wft.
  • ondernemingen die zich schuldig maken aan ernstige en structurele schendingen van de 10 UN Global Compact Principes.
  • ondernemingen die meer dan 5% van hun omzet genereren met de productie en/of verkoop van tabakswaren.
  • staatobligaties van landen waartegen, op grond van EU- en /of VN-wetgeving, sancties zijn ingesteld.
  • bedrijven die medeschuldig worden geacht aan het schenden van mensenrechten in een land. Dit zijn de zogenaamde State Owned Entities (SOE’s).

Voor een compleet overzicht van de uitsluitingscriteria, wordt verwezen naar onze website. Daar publiceert het fonds op kwartaalbasis niet alleen de voorwaarden voor uitsluiting, maar tevens een overzicht van het aantal bedrijven en landen waarin het niet wil beleggen.

  1. Classificatie de beleggingsportefeuille en pensioenregeling?

Beleggingsproducten

De verwachte onderverdeling van de verschillende onderdelen van de beleggingsportefeuille naar verschillende typen beleggingsproducten ziet u in het overzicht van de classificatie van de beleggingsportefeuille.

Hierbij is het goed om op te merken dat de classificaties natuurlijk niet statisch zijn en een mogelijk mandaat met art. 6 classificatie later ook een art. 8 classificatie kan krijgen (of andersom).

Pensioenregeling

Het fonds moet bepalen hoe de pensioenregeling wordt aangemerkt:

  1. a) Grijs: een niet-duurzaam product;
  2. b) Lichtgroen: een duurzaam product dat ecologische of sociale kenmerken promoot (artikel 8);
  3. c) Donkergroen: een duurzaam product dat duurzaam beleggen tot doel heeft (artikel 9).

De AFM heeft aangegeven dat pensioenregelingen in beginsel in elk van de drie categorieën kunnen vallen maar in de praktijk waarschijnlijk als grijs of lichtgroen product worden aangemerkt. Pensioenregelingen zullen in de regel duurzame beleggingen niet als hoofddoel hebben, waardoor het predicaat ‘donkergroen’ zeer waarschijnlijk niet van toepassing is.

De Verordening verduidelijkt niet wat onder het promoten van ecologische of sociale kenmerken wordt verstaan. Dit geeft ruimte voor pensioenfondsen om zelf de classificatie onderbouwen. Het valt niet uit te sluiten dat pensioenfondsen met een vergelijkbaar beleggingsbeleid de pensioenregeling anders classificeren, omdat de communicatie hierover verschilt.

In het kader van de SFDR-verordening, heeft het pensioenfonds de pensioenregeling voor risico werkgever aangemerkt als ‘lichtgroen’.
Dit houdt in dat het pensioenproduct ecologische of sociale kenmerken promoot.
De ESG-ambitie van het pensioenfonds, zoals vastgelegd in het meerjaren ESG-beleidsplan, en de ondertekening van het brede spoor van het IMVB-convenant, liggen ten grondslag aan dit predicaat.

Als voorwaarde voor de classificatie als een artikel 8-product (optie b) geldt dat het beleid een beschrijving van de ecologische of sociale kenmerken bevat en dat het pensioenfonds beschikt over informatie over de methoden die worden gebruikt om de ecologische of sociale kenmerken te beoordelen, te meten en te monitoren, met inbegrip van de databronnen, screeningcriteria en duurzaamheidsindicatoren.

Op 1 januari 2022 moet Pensioenfonds TNO aangeven in hoeverre het beleggingsbeleid is afgestemd op klimaat. Hier wordt nog aan gewerkt. Lees meer hierover in het nieuwsbericht ‘Update duurzaamheidsfactoren klimaat

Overige juridische en beleidsmatige documenten

Meer informatie over hoe we met jouw pensioen omgaan ten aanzien van duurzaamheid lees je in: